Didactische aanpak:
Hoe zorg je voor leerrijke zangbijeenkomsten? En hoe werk je toe naar een optreden of eindpresentatie?
- Hoe ga je de repetities vormgeven? Denk bij de voorbereiding na over de structuur en opbouw van de repetities. Hoeveel repetities heb je ter voorbereiding op het presentatiemoment? Welk repertoire heeft de meeste oefentijd nodig en welke de minste? Hoeveel liedjes zing je per repetitie? Zing je elk lied helemaal door of repeteer je steeds een deel van een lied en ga je dan door naar een ander stuk? Begin je met iets nieuws of juist met iets bekends? Hoe presenteer je het lied aan de groep: met bladmuziek, met tekst of leer je het lied uit het hoofd aan?
- Hoe ziet de opbouw van iedere bijeenkomst eruit? Start bijvoorbeeld met een al eerder geleerd lied en een activiteit waarin je elk kind even kunt ‘zien’. Met name bij jonge kinderen is het aan te raden elke keer met eenzelfde activiteit of lied te starten en te eindigen met een singing game of ander spel. Zo start en eindig je de repetitie samen op een prettige en ontspannen manier. Bekijk opbouw-schema
- Net als bij een sport wordt bij zingen het lichaam actief ingezet. Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer behoefte er is aan het opwarmen van het lichaam en de stem. Bij jonge kinderen kan de warming-up dienen als speelse kennismaking en het ontdekken van wat de stem allemaal kan. Oudere kinderen willen vaak zelf weten hoe de stem werkt en met oefeningen kun je het bereik en techniek van de stem verder ontwikkelen. Het inzingen is een moment van activeren, de neuzen dezelfde kant op krijgen en oefeningen doen om de eigen stem te ontdekken en het bereik verder te ontwikkelen. Maak het speels en levendig, gebruik metaforen om verschillende stemtypen in te zetten. Gebruik spelletjes om kinderen alleen of in kleine groepjes te laten zingen: zo kun je de persoonlijke ontwikkeling in de gaten houden. Inspiratie nodig? Ga dan naar de Inspiratielijst.
- Na de warming-up is er tijd voor het aanleren van nieuw repertoire of het herhalen van gekend repertoire. Denk na over hoelang je met elk materiaal bezig wil zijn, houd rekening met de vaak beperkte concentratiespanne van de kinderen. Jongere kinderen hebben veel bewegingsdrang, koppel daarom bewegingen aan de tekst van het lied. Hierdoor onthouden ze de teksten makkelijker, begrijpen ze de teksten beter en is het lichaam actief. Oudere kinderen willen juist vaak graag meer weten over de achtergrond of betekenis van een lied en willen meer weten over stemtechniek.
- Naast de opbouw van iedere repetitie is het belangrijk om, voorafgaand aan een project of periode, een plan/programma op te stellen waar je in die bepaalde periode aan gaat werken. Maak dan een planning, zorg zo nodig voor de bladmuziek/tekstbladen en plan eventueel repetities met een pianist of bij de concertlocatie in.
- Bij het opstellen van een programma kun je rekening houden met een thema en daar repertoire bij zoeken. Meestal is er een aanleiding voor een presentatiemoment. Dit geeft een kader om passend repertoire bij te zoeken. Zorg voor afwisseling in genres, tempo, sfeer/karakter, toonsoorten en meer ritmische of melodische stukken. Daarnaast kun je het belangrijk vinden om te werken aan podiumpresentatie. Houd hier rekening mee in je planning en begin hier waar kan zo vroeg mogelijk mee.
Voorbeeld: Opbouw repetitie/zangbijeenkomst van één uur
Elkaar ‘zien’ | 3 min |
Opwarmen lichaam + ‘landen’ | 2 min |
Stemvorming – ontdekken van de eigen stem metaforen | 5 min |
Nieuw repertoire | 20 min |
Gekend repertoire | 15 min |
Verzoeknummer(s) | 5 min |
Singing games | 5 – 10 min |